
Als het levenseinde nadert, wordt de zorg over het algemeen intenser en intensiever.
Als het te zwaar wordt, kunnen opgeleide ClaraThuis- vrijwilligers tijd, aandacht en ondersteuning bieden.
Niet alleen aan de cliënt, maar ook aan de mantelzorgers zodat zij zelf even op adem kunnen komen.
De vrijwilligers zijn er, als het er écht om gaat.
De zorg die de vrijwilligers bieden, vindt altijd plaats in afstemming en samenwerking met de hulpvrager, diens naasten en de zorgprofessionals zoals de huisarts en de beroepsmatige thuiszorg.
De vrijwilliger(s) kunnen meerdere momenten per week hulp bieden: overdag, ’s avonds, in het weekend en in overleg ook ’s nachts.
Hoe vaak en op welke tijdstippen de vrijwilligers komen, overlegt u met de coördinator.
De diensten voor een vrijwilliger duren overdag 1-4 uren en ’s nachts van 23.00 uur – 7. 00 uur.
Vrijwilligers
De vrijwilligers zijn goed voorbereid op hun werk.
Ze hebben een intensieve introductietraining gevolgd en nemen deel aan cursussen en bijscholingen.
Ze worden begeleid door de coördinator.
De vrijwilligers verrichten geen medische of verpleegkundige handelingen, maar vullen datgene aan wat familieleden en vrienden zelf doen of vervangen de mantelzorg.
Zoals hulp bij persoonlijke verzorging, voorlezen of waken. Zo krijgen de naasten de gelegenheid even rust te nemen, een boodschap te doen of ’s nachts rustig te slapen.
Taken vrijwilligers
De taken van de vrijwilligers zijn onder te verdelen in:
1. Ondersteunen van de cliënt, diens naasten en mantelzorgers
2. Helpen bij de praktische verzorging van terminale patiënten
3. Signaleren, rapporteren en samenwerken
Interviews
oktober 2020
Uit de praktijk
Al maanden ligt ze op bed. Spreken, zien en horen is erg moeilijk. Haar lichaam is oud en op, de jaren tellen. Soms komt ze, onverwacht, nog even uit bed om zelf naar het toilet te gaan. Gelukkig gaat dat meestal goed. Er is steeds meer zorg nodig. Mevrouw heeft een sterke wil en geest en haar zelfstandigheid is voor haar een groot goed. Dit maakt haar tot, wat men meestal schoorvoetend zei, een moeilijk mens. Verschillende thuiszorgorganisaties zijn gekomen en ook weer gegaan. De huidige thuiszorg houdt het vol. Misschien ook wel omdat ze steeds minder kracht heeft om ergens tegen in te gaan.
Met alle kracht die nog in haar is houdt ze voet bij stuk om thuis te willen blijven. Iedereen vindt, dat opname in een verpleeg- of verzorgingshuis nodig is. Uiteindelijk bepaalt de rechter dat ze thuis mag blijven. Waarop de familie de handen terugtrekt.
We waren er niet bij. Dus we kunnen er niets van zeggen en er niets van vinden. Deze neutraliteit en objectiviteit is belangrijk en vinden we een groot goed.
De thuiszorg kan de eenzaamheid niet oplossen en vraagt onze hulp. Mevrouw stemt in met de komst van een vrijwilliger. We starten voorzichtig, twee keer in de week. Dat wordt drie keer en al snel vijf keer in de week. Mevrouw lijkt er goed op te reageren en het fijn te vinden. Er is contact, maar dit wordt steeds moeizamer. Ze was al moeilijk te verstaan maar dat wordt nu onverstaanbaar. Moeilijk voor iedereen.
Zondagavond belt de thuiszorg. Ze maken zich zorgen. Volgens hen is nu echt de laatste fase ingegaan. De betrokken vrijwilligers zijn direct bereid om maandag een groot aantal extra uren aan het bed te gaan zitten. Maandag overlijdt mevrouw in het bijzijn van de vrijwilliger.
Er zijn. Het is niet weinig en ook niet veel. Het is alles.
juli 2020
Uit de praktijk
Na een telefoontje van de thuiszorg ga ik als coördinator op bezoek bij mevrouw van Kampen. De wijkverpleegkundige is er ook zodat we samen met mevrouw kunnen overleggen over eventuele hulp van ClaraThuis. Het is donker in de kamer, de gordijnen zijn dicht. Het bed van mevrouw staat in de kleine woonkamer waarvoor de andere meubels aan de kant zijn geschoven.
Mevrouw is afgelopen donderdag uit het ziekenhuis gekomen. Ze is nu thuis maar ze is erg onrustig en angstig. Ze is wel aanspreekbaar maar dommelt snel weer weg, ook tijdens ons gesprek. Mevrouw heeft veel pijn aan haar benen vanwege een wond en slechte doorbloeding. Uit bed komen lukt niet meer, ze kan niet meer op haar benen staan.
Eten en drinken wil ze niet meer tenzij iemand het aanreikt, dan neemt ze voorzichtig nog wat.
De verpleegkundige zegt dat ze hard achteruitgaat.
Mevrouw heeft één dochter en twee zonen. De dochter komt met regelmaat langs maar heeft het zelf ook moeilijk door diverse persoonlijke problemen. Verder heeft mevrouw geen netwerk- of mantelzorgmogelijkheden. Mevrouw staat op de lijst voor opname in een zorginstelling, daar waar plek voor haar is. Eigenlijk wil ze het liefste thuisblijven maar na het ziekenhuisbezoek geeft ze nu ook zelf aan niet meer alleen te willen of kunnen zijn.
En dat is de reden dat ClaraThuis is gebeld. Even alleen zijn gaat nog wel, maar zeker niet lang. Kunnen wij, in ieder geval totdat mevrouw kan worden opgenomen, tijd, aandacht en ondersteuning bieden?
De verpleegkundige en ik overleggen over de momenten waarop de thuiszorg komt en kiezen voor een tijdsblok daartussenin. Er zullen vrijwilligers komen om bij mevrouw te zijn zodat ze zich niet alleen hoeft te voelen. Mevrouw, die was ingedommeld tijdens ons gesprek, wordt even wakker en zegt dat ze dit heel fijn zou vinden.
Dat brengt een glimlach op mijn gezicht. Wat fijn dat we, door ‘er te zijn’, een verschil voor iemand mogen maken in de laatste fase van het leven.
mei 2020
Indruk uit de praktijk – door de vrijwilliger
Via de thuiszorgorganisatie komt een hulpvraag binnen voor meneer K. Deze wordt doorgespeeld aan de coördinator van ClaraThuis. Zij gaat er heen voor een kennismakings- en informatie gesprek. De schoonzoon is daarbij aanwezig. Hij is, samen met zijn vrouw, de eerstverantwoordelijke voor meneer. De familie is zeer betrokken, maar de zorg, die steeds meer tijd en energie kost, wordt voor hen erg zwaar. Hulp zou zeer welkom zijn.
Een paar dagdelen in de week zou voor hen een uitkomst zijn. In overleg wordt besloten om woensdag- en vrijdagmiddag aanwezig te zijn bij meneer. Zo kunnen we samen met de thuiszorg en de familie een oogje in het zeil houden en ingaan op wat op dat moment gewenst is.
Meneer woont sinds negen jaar in een aanleunwoning. Hij is 91 jaar oud en weduwnaar. Zijn kinderen wonen in de buurt en al vele jaren ondersteunen zij hun vader.
Meneer is heel vriendelijk maar met momenten verward. Het kortetermijngeheugen is slecht. Hij loopt nog met zijn rollator als ik er voor de eerste keer kom.
Al gauw wordt de rollator echter niet meer gebruikt en ‘hangt’ hij alleen maar in zijn stoel. Hij slaapt veel. Alles doet hem pijn, zegt hij.
Het is bijzonder om naar zijn verhalen van vroeger te luisteren. Hij heeft veel te vertellen.
Hij was parachutist en dat gebeuren heeft erg veel in hem nagelaten. Dat komt nu sterk terug en hij vindt het niet makkelijk, maar toch goed om er over te praten. Het lucht hem op, zo zegt hij.
Vroeger speelde hij op zijn mondharmonica. Deze ligt naast hem in de vensterbank en op een middag begint hij daarop te spelen. Werkelijk zo mooi en ontroerend. Hij zegt, dat hij dat vaak doet als hij alleen zit en nu wilde hij voor mij spelen.
Een prachtig moment wat zich nog herhaalde in volgende keren. Ik zing soms de melodieën met hem mee. We genieten allebei.
Meneer gaat zienderogen achteruit, houdt vocht vast, wordt kortademig en krijgt steeds meer pijn. Hij stond al op de wachtlijst om opgenomen te worden en gelukkig komt opname dichterbij. De familie spant zich enorm in om alles zo comfortabel mogelijk te houden voor meneer.
De laatste nachten helpen de ClaraThuis-vrijwilligers ook ’s nachts mee met hun aandacht en aanwezigheid om de familie te kunnen ontlasten.
Het geeft ons, als vrijwilligers van ClaraThuis, veel voldoening om bij deze inzet betrokken te zijn geweest.
oktober 2019
Indruk uit de praktijk
Mevrouw Bast heeft sinds september pijn in haar rug, zij en buik. Sinds januari is de diagnose bekend, ze heeft alvleesklierkanker. Mevrouw heeft geen eetlust, is extreem vermoeid en ze slaapt slecht. Ze is bang en de tranen zitten hoog.Er is ook een meneer Bast. Ze zijn 42 jaar getrouwd en hebben altijd in Amsterdam gewoond. Nu wonen ze sinds een paar jaar in een klein dorpje in Zeeland.
Ze hebben geen kinderen, wel een kat. Er zijn wat neven en nichten maar daarmee is geen contact.
Dit vinden ze erg moeilijk en graag zouden ze dit anders zien. Maar heel eerlijk geven ze toe dat ze zelf ook erg moeilijk in de omgang waren. Ze waren (te?) veel met zichzelf bezig of zochten zelf ruzie. Ze stonden jarenlang niet klaar voor familie of voor anderen. En dus begrijpen ze dat dit nu gevoelig ligt.
De vraag aan ClaraThuis is of er iemand is om mee te praten. Mevrouw wil graag haar verhaal doen maar merkt dat dit haar omgeving zoals de buren zwaar belast en daarom doet ze dit niet. Maar ze wil zo graag praten en vertellen. Over vroeger en over nu. Over de familie. Dit laatste blijkt een terugkerend thema.
De vrijwilliger start en direct is er een fijne klik. Hij luistert, zij praat. Over vroeger en over nu. Over de familie. Hoe het allemaal is gelopen. Hoe anders ze het nu zou doen. Dat ze veel meer aandacht zou hebben voor haar medemens en voor haar familie. Want kijk nu toch eens hoe bijzonder dit contact met de vrijwilliger is. Hij geeft uren van zijn tijd aan haar. Om bij haar te zijn en naar haar te luisteren. Zelf heeft ze dit nooit naar anderen toe gedaan en nu wordt dit wel aan haar betoond. Ze vindt dit heel bijzonder en is dankbaar. Het is ontroerend. Voor haar, maar ook voor ons.
juni 2019
Indruk uit de praktijk – van de coördinator
Meneer is bekend met longkanker en heeft begin deze week slecht nieuws gehad. Hij is erg benauwd ondanks de zuurstof die hij continu heeft. Hij kan nu nog zelfstandig naar het toilet maar dit is een behoorlijke onderneming en kost hem veel kracht en lucht. Meneer rust soms overdag en kan als hij wil met een traplift naar boven.
Alleen zijn gaat niet meer. En hij is ook voor zijn gevoel niet graag alleen.
Daarom ben ik er nu. Om te overleggen over hulp door onze vrijwilligers. Deze gesprekken voer ik meestal alleen, maar dit keer is er een vrijwilliger mee om te zien hoe dit soort intakegesprekken gaan.
Meneer staat open voor hulp maar ik hoor wat twijfel in zijn stem. Ik vraag door en hij blijkt bezorgd over hoe dat gaat als de vrijwilliger komt. Hij kan geen gastheer zijn, dat vindt hij heel vervelend. Meneer komt uit Suriname en gastvrijheid is voor hem een belangrijk goed. Of de vrijwilliger daar geen aanstoot aan zal nemen?
Ik vertel dat de vrijwilliger geen visite is. Hij of zij zal zelf ook een boek meenemen om te lezen zodat er niet de hele tijd gepraat hoeft te worden. De vrijwilliger komt om er voor meneer te zijn. Meneer kan gewoon zijn gang gaan en gaan slapen wanneer hij zich moe voelt.
Meneer vraagt ook of we buiten een stukje in de rolstoel kunnen gaan rijden? Ik denk dat hij bedoelt dat hij dit komende week met de vrijwilliger wil gaan doen en zeg volmondig ja. Daarop gebaart meneer naar zijn partner dat hij zijn jas wil en dan blijkt dat hij direct wil gaan.
Ik besef de miscommunicatie en aarzel want mijn bezoek is bedoeld om afspraken te maken voor de komst van vrijwilligers de komende tijd.
Maar ach, het is mooi weer en laat er dit keer juist een ervaren vrijwilliger met mij meegekomen zijn. We kijken elkaar aan en met één blik zie ik dat we op één lijn zitten.
We maken ons klaar, dat heeft nog heel wat voeten in de aarde. Er moet van zuurstoffles gewisseld worden, de rolstoel moet gepakt worden en jassen moeten aan. Na misschien wel een kwartier staan we buiten en de vrijwilliger duwt de rolstoel door de buurt. De partner gaat ook mee maar loopt zelf ook erg moeilijk. Ik loop naast haar en zij lijkt blij met een luisterend oor. Ik hoor nu ook haar kant van het verhaal en besef dat beiden al lange tijd flink worstelen met wat hen overkomt.
Iedereen geniet van de wandeling. Meneer is zo blij dat hij eindelijk weer eens even buiten komt.
In de week die volgt starten wij met onze hulp. Meneer gaat nog enkele malen met de vrijwilliger naar buiten.
Na een aantal weken overlijdt hij.
We kunnen geen dagen aan het leven toevoegen. Maar soms wel wat leven aan de dagen.
februari 2019
Indruk uit de praktijk
Het is een maandagochtend in september. Als we binnenkomen zit meneer ineengedoken op de bank. De kamer ruikt sterk op een niet-aangename manier. Naar katten en naar vuile afwas. Er staan drie kattenbakken naast de bank waarop meneer zit.
De thuiszorgmedewerkster die erbij is legt oude theedoeken op de stoelen zodat we op een enigszins schoon plekje kunnen gaan zitten.
Meneer is bekend met longkanker. Hij heeft een stoma, is erg verzwakt en kan niet meer op zijn benen staan.
Meneer heeft een tracheotomie ten gevolge van keelkanker 12 jaar geleden, er zit een opening in zijn hals vlak boven zijn sleutelbeen. Praten gaat daardoor moeilijk. We bespreken dit en als ik zeg dat zijn ogen meer opvallen (die zijn namelijk prachtig diepblauw) dan de opening in zijn keel, heeft hij pret. Zijn hele leven heeft hij complimenten over zijn ogen gekregen. Meneer ‘praat’ met zijn ogen.
Maar zijn ogen worden ook slechter, eigenlijk zou meneer een bril moeten hebben.
Meneer wordt moedeloos van alle ellende en de eenzaamheid, voor hem hoeft het allemaal niet meer.
Hij heeft geen netwerk. Hij komt niet van hier hoewel hij er al bijna 15 jaar woont met veel plezier.
Jarenlang bezocht hij drie kroegen in het dorp. Daar was hij een graag geziene gast. Dat gaat nu niet meer. Er is wel een rolstoel maar wie zal hem duwen? De thuiszorgmedewerkster die er nu bij is zorgt al 12 jaar lang een beetje voor hem, naast haar professionele rol als verpleegkundige. Ze dacht dat er een terminaalverklaring moest zijn om ClaraThuis in te schakelen. Toen deze afgelopen week eindelijk werd afgegeven, ontdekte ze dat ze er niet op had hoeven wachten. Zo jammer. Meneer staat nu ook op de wachtlijst voor het Clarahofje. Maar ze ziet het niet meer zitten. Kunnen wij – totdat hij wordt opgenomen in het Clarahofje – er zoveel mogelijk zijn?
Gezien de situatie kies ik er voor meteen een vrijwilliger mee te vragen naar het intakegesprek. Zodat we er direct kunnen zijn voor meneer. Hij zou zo graag nog een laatste keer naar ‘zijn drie kroegen’ willen. En zouden we misschien ook naar de jaarlijkse rommelmarkt kunnen aanstaande zaterdag? Want hij spaart namelijk allerlei soorten kerstversiering met lampjes er in. En waar kun je die beter vinden dan op een rommelmarkt? Er komen fotomapjes tevoorschijn waarin zijn gehele kerstlichtjes-verzameling te zien is. Ik bekijk ze op het gemak. Een deel van de collectie was mij al opgevallen, bovenop de keukenkastjes zie ik heel wat kerstversiering staan. En dat in september.
Meneer is blij met de mogelijkheden van ClaraThuis. In een uitzichtloze situatie ervaart hij hulp waar zijn blauwe ogen van gaan stralen. O en straks als het niet meer gaat, dan wil hij graag naar het Clarahofje. Hij is er al een keer gaan kijken en wat een geweldige plek is dat! Ik glimlach om zijn aardige woorden en zie hem met kerst voor me in het hospice. Zijn hele kamer versierd met zijn kerstlichtjes-collectie. Alle vrijwilligers die om beurten binnenkomen en samen met hem genieten. De aandacht. Het koor dat komt zingen. Wat zou dat mooi zijn.
Nadat ons gesprek voorbij is gaan de thuiszorgmedewerker en ik weer weg. De vrijwilligster blijft en warmt zijn warme maaltijd op. Maar dat kan hij niet goed wegkrijgen. Zelf krijgt ze haar meegebrachte eten gezien de rommel en de geuren ook niet zo goed weg.
Daarna gaan ze samen naar buiten, meneer in de rolstoel. Het hele dorp door naar het café. Bij binnenkomst wordt meneer begroet als een oude bekende. Hij wordt direct in het gesprek betrokken. Hij geniet. Na een uur zijn de vrijwilligster en meneer weer thuis. Hij voelt zich moe maar voldaan.
De dag erna gaan ze op zijn nadrukkelijke verzoek ze weer op pad. En nu bezoeken ze de tweede kroeg die hij in gedachten heeft. Weer het hele dorp door en weer geniet meneer. Het is ontroerend.
De dag erna gaat er een andere vrijwilliger. Hij gaat met meneer in de rolstoel naar de derde kroeg. En samen maken ze plannen om binnenkort naar de rommelmarkt te gaan.
Helaas heeft dat nooit meer plaatsgevonden. Meneer overlijdt diezelfde week. Heftig. Voor hem want hoewel hij alle drie de kroegen had bezocht die hij wilde bezoeken, had hij nog wel wat plannen. Heftig, voor ons. Want pratend met zijn ogen, nam hij ons allemaal direct voor zich in. Graag waren we er wat langer voor hem geweest.
Maar vooral ook mooi. Een bijzonder voorbeeld van hoe we weliswaar geen dagen aan het leven, maar wel leven aan de laatste dagen mochten toevoegen.
november 2018
Sinds een korte tijd komen we thuis bij de heer D. van Meeuwen. We stelden hem en zijn vrouw enkele vragen over de dienst-verlening van ClaraThuis. Hieronder hun reacties.
Hoe bent u in contact gekomen met ClaraThuis?
We hoorden over de mogelijkheden van ClaraThuis via de wijkverpleegkundige. Zij kende ClaraThuis en heeft de aanvraag gedaan.
Waarom hebt u hulp van ClaraThuis gevraagd?
We hebben hulp gevraagd zodat er altijd iemand thuis kan zijn bij Dick. Het is fijn als er gezelschap is. Het bevalt ons goed.
Kunt u wat vertellen over de vrijwilligers die bij u komen?
Er komen 3 verschillende vrijwilligers. Zij komen twee dagdelen in de week, op maandagmiddag en donderdagmiddag. Er is ook een oproepvrijwilliger die komt als de anderen een keer verhinderd zijn.
Wat doen jullie tijdens de inzet?
De vrijwilliger houdt zich bezig omdat Dick niet te veel kan praten in verband met benauwdheid.
ClaraThuis is door hun aanwezigheid een aanvulling op de dagelijkse zorg door de wijkverpleegkundige. Mevrouw is zo in de gelegenheid ook eigen activiteiten te ondernemen en er even uit te zijn. Ik (Mevrouw van Meeuwen – red.) kan zo ook mijn eigen activiteiten ondernemen en bijvoorbeeld naar naailes blijven gaan
Hoe is het contact met de vrijwilligers en de coördinator?
We voelen ons op ons gemak bij de vrijwilligers, er is goed contact. Er is voldoende ruimte om onze eigen gang te gaan als de vrijwilliger er is.
Ook het contact en de intake met de coördinator bevalt ons goed. ClaraThuis voldoet zeker aan onze verwachtingen.
oktober 2017
‘ClaraThuis heeft op zichzelf geen bestaansrecht. Zonder vraag naar deze specifieke zorg, hoeft zij niet te bestaan. Zij is aanvullend op de beroepszorg en de mantelzorg.’
Dit is een uitspraak van Ruth Elenbaas, coördinator bij ClaraThuis.
Ruth en Yvonne Oyevaar (vrijwilligster ClaraThuis) gingen in gesprek met Anja, echtgenote van Cor. Anja en Cor waren cliënt bij ClaraThuis in de eerste periode van 2017. Cor is op 6 mei 2017 overleden.
Ook Ellen Koopen, verpleegkundige bij Zorgmaten Goes en verantwoordelijk voor de verpleegkundige zorg voor Cor, schoof bij het gesprek aan.
In het gesprek stonden 3 punten centraal:
- Is ClaraThuis daadwerkelijk een aanvulling op de reguliere zorg, bedoeld in de laatste fase van iemands leven en zijn/ haar partner en mantelzorg?
- Is er sprake van vertrouwen, veiligheid en persoonlijke setting, zodat er voor de cliënt en partner inderdaad een zorgvraag beantwoord kan worden?
- Komt de opzet van de organisatie overeen met hetgeen de cliënt en thuiszorg uiteindelijk hebben ervaren? Daarbij kan onder andere gedacht worden aan de intake, de flexibiliteit en evaluatie van de zorg.
Hieronder de uitkomsten van het gesprek.
Zowel Cor als Anja wilden na de plotselinge diagnose heel graag het ziekteproces thuis doormaken. De keuze voor Zorgmaten Goes was voor Anja en Cor snel duidelijk. Daar hadden ze een goed gevoel over en het eerste contact was snel gelegd. De mogelijkheid van aanvullende hulp van eventuele vrijwilligers was nog niet meteen duidelijk. Via een buurvrouw, werkzaam bij het Clarahofje, werd het echtpaar op de hoogte gebracht van het bestaan van ClaraThuis. Palliatieve-en stervensbegeleiding met motto “zorg op maat”.
Na het eerste telefonisch contact vond de intake al de volgende dag plaats. Dat werd als heel positief ervaren, omdat direct alle persoonlijke zorgvragen en wensen met betrekking tot de planning besproken konden worden. En dat gaf rust en duidelijkheid. Het echtpaar was na het gesprek goed op de hoogte van de mogelijkheden van ClaraThuis.
Dat er geen terminaalverklaring nodig is, werd als heel positief ervaren. De zorg kon meteen starten.
Er werd gekozen voor 2 dagdelen van 3 uur, ingevuld door 2 vaste vrijwilligers. Voor Cor gaf dit de mogelijkheid zijn eigen dagindeling te volgen. Er was iemand, maar het lag aan hem hoe die uren ingevuld werden. Hij bepaalde dat en zijn wensen stonden centraal.
Voor Anja bleek het allesbepalend. Door de ruimte die zij kreeg voor zichzelf kon zij de zorg voor Cor blijven volhouden. Zij kon weer even opladen doordat ze wat tijd voor zichzelf kreeg. Het contact met de vrijwilligers gaf haar een gevoel van vertrouwen en veiligheid. Anja: ‘Ik durfde zo weg te gaan toen de vrijwilliger er was.’
Tijdens de inzet was er met regelmaat contact met Ruth, de coördinator. Als er iets aangepast moest worden waren de lijnen kort. Zo wist Anja dat ze kon bouwen op ClaraThuis, ook als er meer zorg nodig zou zijn.
Anja vertelt “Zonder Zorgmaten Goes en ClaraThuis had ik het niet kunnen redden“.
Ook Ellen Koopen geeft aan dat zij het contact met ClaraThuis als professioneel, efficiënt en persoonlijk heeft ervaren. Een snelle, flexibele zorg, waarin het woord “maatwerk” vaker benoemd wordt. Want dat is wat thuiszorg moet zijn.
Op de vraag of er nog tips of verbeterpunten zijn, geeft Anja aan, dat ze graag nog eerder op de hoogte was geweest van het bestaan van ClaraThuis. Doordat er geen terminaalverklaring nodig is en de zorg snel en flexibel op gang komt, had ze daar eerder gebruik van willen en kunnen maken.
Ellen heeft geen verbeterpunten, maar vindt ClaraThuis een dusdanig goede aanvulling op de reguliere zorg dat zij hoopt op meer bekendheid binnen de eerstelijnszorgverlening.
Ellen: ‘Het gaat over veilig voelen. Men vraagt zich af hoe het straks moet. De thuiszorg coacht hoe en wat wanneer geregeld moet worden. ClaraThuis is daarop een goede aanvulling.’
Terugkomend op de eerste tekst, “Heeft ClaraThuis een bestaansrecht”? Volgens de deelnemers aan dit interview zeker wel!
Wij willen Anja en Ellen Koopen heel hartelijk bedanken voor hun tijd en gedane moeite en hopen dat er nog vele inzetten van ClaraThuis volgen, in samenwerking met alle eerstelijnszorg.
De namen van Anja en Cor zijn gefingeerd in verband met privacy redenen.